Ze lijken op het eerste gezicht bijna hetzelfde: een kettlebell en een dumbell. Ze liggen vaak naast elkaar in het rek en lijken qua gewicht vergelijkbaar. Toch hebben ze door hun vorm, balans en bewegingsvrijheid elk hun eigen trainingseffect. Tijd om eens goed te kijken naar beide materiaalsoorten. Zo weet je precies wanneer en hoe je ze kunt inzetten bij je training!
🔄 Bewegingsvrijheid en techniek
Een kettlebell heeft een verschoven zwaartepunt, waardoor je hem dynamischer kunt gebruiken. Denk aan swings, snatches of cleans: oefeningen waarin je leert om kracht over te brengen via heupen en core. Een dumbell daarentegen blijft stabieler en is ideaal voor gecontroleerde krachtbewegingen zoals curls of presses. Leestip: trainen met resistance bands.
⚖️ Stabiliteit en coördinatie
Omdat de kettlebell beweegt terwijl jij beweegt, vraagt hij meer van je stabilisatiespieren en coördinatie. Je traint dus niet alleen kracht, maar ook balans en lichaamscontrole. Dumbells zijn juist handig als je gericht één spiergroep wilt versterken of bij blessures extra controle nodig hebt. Ook interessant: trainen met machines of vrije gewichten?
💪 Functionele kracht en krachtoverdracht
In functionele training draait het om kracht die je kunt gebruiken in sport en dagelijks leven. Kettlebelltraining versterkt de krachtoverdracht tussen onder- en bovenlichaam, wat zorgt voor een betere houding en explosiviteit. Door beide tools slim te combineren, haal je het beste van twee werelden uit je training. Wil je leren hoe je kettlebells en dumbells echt effectief inzet? Start met de try-out bij TrainBeter en ervaar hoe kleine verschillen groot effect hebben op je prestaties.